top of page

Van ridderspelen tot Zeeuws erfgoed en van folklore tot sport

Ringrijden is een eeuwenoude traditie. Waarschijnlijk ligt de oorsprong van het ringrijden zoals we het nu kennen bij de middeleeuwse steekspelen. Ridders staken in volle galop een ring
van een zijden lint van een jonkvrouw als teken van eer en behendigheid. In de 17e eeuw werd in Zeeland ook al ringgereden waarbij het al meer leek op de versie van vandaag de dag.  Volgens bronnen wordt er in Zoutelande al sinds 1922 ring gereden. In Nieuw- en St. Joosland vierden ze in 2024 het 100-jarig jubileum van de vereniging met een  bezoek van Koning Willem Alexander. In 1950 werd de Zeeuwse Ringrijders Vereniging (ZRV) opgericht om het ringrijden te organiseren en als cultureel erfgoed te behouden. Onder de ZRV vallen 16 afdelingen, 15 op Walcheren, 1 op Zuid-Beveland, die ieder hun wedstrijden volgens de geldende reglementen organiseren en waarvan de leden vaak ook deelnemen aan ZRV wedstrijden. 

In de jaren na de oorlog en nog lange tijd daarna waren het vooral de boerenknechten die een dag vrij kregen van de boer en ook het werkpaard een dag mochten lenen om een dagje ring te rijden. Een echte feestdag dus. Tegenwoordig zijn er rijders die 10 of meer keer per seizoen aan de start komen, maar een feestdag is het nog steeds. Er worden tegenwoordig speciaal paarden voor aangeschaft en zelfs voor gefokt. Er wordt serieus voor getraind, zowel te voet als te paard. Het seizoen loopt van begin mei tot half september. Hoogtepunten zijn de klassewedstrijden en de folkloristische dagen in Middelburg, waar ringrijders strijden om de titel Zeeuws kampioen en de felbegeerde koninklijke bekers. Een blijvend eerbetoon is het standbeeld van de ringrijder, geplaatst op het Koorkerkplein in Middelburg tijdens het 50-jarig jubileum van de ZRV in 2000. 

Ringrijden was en is een levendige Zeeuwse traditie die jong en oud samenbrengt.

Ringrijden of ringsteken te paard in klederdracht

Alles wat je altijd al wilde weten over het ringrijden

Maten en regels

Ringrijden is een spectaculaire folkloristische sport waarbij een deelnemer op een ongezadeld paard een ring probeert te steken met een lans die aan specifieke eisen voldoet. Het paard moet onder de ring door galopperen, waarna de ringrijder de gestoken ring aan het einde van de baan correct moet afgeven aan de ringloper. Doet hij dat niet, dan telt de ring niet. De ring hangt halverwege de 36 meter lange en 1 meter brede baan, bevestigd in een bus tussen twee palen (poengers), op een hoogte van 2,20 meter vanaf de bodem. In een reguliere wedstrijd rijden we 30 beurten. Een normale wedstrijdring heeft een doorsnede van 38 mm, maar bij het kampen – als meerdere deelnemers een gelijke score hebben – wordt de ring steeds met 6 mm verkleind, tot een minimum van 10 mm. Tijdens de wedstrijden dragen de deelnemers het witte ZRV kostuum met oranje sjerp over de rechter schouder. Tijdens demonstraties rijden de deelnemers in mannen klederdracht. Mannen en vrouwen, jong en oud zijn gelijk in de competitie. De minimale deelnameleeftijd is 12 jaar, er is geen maximale leeftijd.

Het paard

Alle paardenrassen zijn toegestaan bij het ringrijden. Vroeger werd vooral op trekpaarden gereden, maar tegenwoordig doen allerlei rassen mee en zie je bijvoorbeeld ook veel haflingers of speciaal voor het ringrijden gefokte kruisingen. Warmbloedpaarden (luxe paarden) zijn vaak minder geschikt omdat die niet altijd geduld hebben voor deze sport. Ze moeten namelijk netjes wachten voor de baan en op het einde stoppen. Om ze dit te leren is soms moeilijker dan het er uitziet. Een goed ringrijpaard is voor iedereen verschillend. Soms groot, klein, snel of wat langzamer. Veel kenners kennen de paarden bij naam. Als je begint over Nicolette, Truus, Wendy, Kweetniet, Baluschka, Peggy, Nina, Tefka, Hesta, Coco, Myrthe of Sylvia komen de verhalen vanzelf. 

Klassewedstrijden

Het ringrijseizoen wordt altijd geopend met de klassewedstrijden met een promotie- en degradatiesysteem van de ereklasse tot en met de vierde klasse. Tijdens de dorpswedstrijden kwalificeren rijders zich voor een drietal. De beste drie rijders van een vereniging/dorp vormen het eerste drietal. 13 drietallen van verschillende dorpen strijden tegen elkaar in de klassewedstrijden. De beste 2 drietallen promoveren en de onderste 2 degraderen naar een lagere klasse. Naast de drietaltitels is er ook persoonlijke titel en reserve titel te winnen. Jaarlijks wordt geloot welk dorp welke klassewedstrijd organiseert. De vierde klas is elk jaar op het Bellamypark in Vlissingen. 

Versiering

Naast de prijzen voor de ringen zijn er ook prijzen te winnen voor het versieren van de paarden. Daarbij worden deze in 2 categorieen ingedeeld. Trekpaarden worden gevlochten met lange strengen wol, vaak in de kleuren rood-wit-blauw. De staart wordt vaak gevlochten met raffia. Bij de overige rassen is meer mogelijk. Vlechten, knotjes of een matje voorzien van bloemen, pompoentjes, lintjes en bij de echte toppers vaak ook gipskruid. Hoe fijner het vlechtwerk, hoe hoger de cijfers. Ook bij de versiering gaan ze met de tijd mee. Tegenwoordig zie je ook veel glitters, veren en andere versiersels. Een leuke ontwikkeling waar de jury soms nog een beetje aan moet wennen. De deelnemers van de Zandruiters en RVM vallen regelmatig in de prijzen tijdens de grote wedstrijden. 

Bij het ringrijden draagt elke deelnemer een oranje sjerp over het witte ZRV-shirt of boeregoed, afhankelijk van de gelegenheid. Dit symboliseert de band met het Koninklijk Huis. Daarnaast zie je soms ringrijders met een groene sjerp over de linkerschouder. Deze sjerp geeft aan dat de rijder aan de leiding gaat in de wedstrijd. Bij sommige afdelingen is dit een rood-wit-blauwe sjerp. Na het winnen van een wedstrijd is het traditie om de winnaar te ‘jonassen’. De andere ringrijders tillen de winnaar op en dragen hem of haar van het einde van de baan naar de ring, vaak vergezeld van het lied "100 jaar na dezen zullen we er niet meer wezen!" In het midden van de baan wordt de winnaar drie keer in de lucht gegooid. Vroeger was de pollepel een schandeprijs voor de ringrijder die geen ringen had gestoken, maar nu is het een gewilde ereprijs. De stekers van de laatste twee beurten strijden om deze bijzondere prijs. De pollepel is vaak beschilderd en wordt vaak samen met een fles bessenjenever en een paar klompen uitgereikt. In sommige dorpen wordt tijdens het ringrijden met de ‘suukerkomme’ rondgegaan. Deze kom is gevuld met brandewijn, suiker en zoute bolletjes. Daarnaast zijn er bij alle verenigingen wel gebruiken of gewoontes die alleen daar gelden. 

Gebruiken en 
tradities

Medewerkers

Een team medewerkers tijdens de wedstrijddag bestaat uit:

  • Baancommissaris - Wedstrijdleiding

  • Ringoppasser – Hangt de ring in de bus

  • Ringloper – Neemt aan het einde van de baan de ring aan van de rijder

  • Schrijvers (2x) – Eén houdt de papieren lijst bij, de ander noteert op het bord. Een recht streepje betekent raak, een plat streepje betekent mis.

  • Speaker – Praat de wedstrijd aan elkaar en houdt het publiek op de hoogte.

  • Paardenoppas – Vaak plaatselijke kinderen die de paarden van deelnemers mogen vasthouden en soms er even op mogen zitten tussen de beurten door.

  • De rijders zelf zetten de baan de avond voor de wedstrijd op en ruimen deze direct na afloop weer op. Vaak komt de brandweer nog even langs om de straat schoon te spuiten.

Als je hier klikt zie je een leuk stukje film van het ringrijden op youtube door een enthousiaste liefhebber.  Veel van de genoemde punten in dit overzicht zie je hierin terug. 

Sjezenrijden

De andere tak van sport

Bij het sjezenrijden zitten een man en vrouw, gekleed in Zeeuwse klederdracht, in een versierde sjees. De man ment het paard terwijl de vrouw met een lans probeert ringen te steken die langs het parcours hangen. Het gaat niet om snelheid, maar om het aantal gestoken ringen. Het paard moet draven onder de ring. De sjees en het paard moeten versierd worden met bloemen, wol en linten. Dit zorgt voor een prachtig beeld. 
 

Het niveau van het sjezenrijden stijgt steeds meer, net als bij het ringrijden. Het komt steeds vaker voor dat rijders een 100% score behalen en de 10 mm ring wordt vaak ingezet om de uiteindelijke winnaar aan te wijzen. Er zijn ook prijzen voor de versiering in de categorieen trekpaarden en overige rassen. Het hoogtepunt op dat gebied is de 1e Folkloristische dag in Middelburg waar enkele tientallen sjezen deelnemen in de betovernde omgeving van het Abdijplein. Naast de reguliere prijzen door de ZRV vakjury, worden er ook prijzen uitgereikt door een artistieke jury, een publieksjury en zijn er prijzen voor de mooist geklede paren in klederdracht.
 

Sjezenrijden is dus niet alleen een sport, maar ook een visueel feest dat de rijke Zeeuwse tradities en cultuur in ere houdt!

bottom of page